Willem Bakker is projectleider van Swimway Vecht. Binnen dit project worden 5 vissoorten en honderden gezenderde vissen voor meerdere jaren gevolgd op de rivier de Vecht. We spraken Willem over zijn bijzondere werk.
Willem Bakker van waterschap Vechtstromen hoeft niet lang na te denken als hij ruim een jaar geleden geleden de kans krijgt om namens het waterschap projectleider te worden van Swimway Vecht. In nauwe samenwerking met sportvisserij Nederland en andere organisaties zoals het Waterschap Drents Overijsselse Delta, Rijkswaterstaat en verschillende Duitse organisaties zet hij zich sindsdien in om te zorgen voor een onbelemmerde route van diverse vissoorten door de rivier.
Hij vertelt: “Met dit onderzoek willen we inzicht krijgen in de vismigratiemogelijkheden van de Vecht, van de bron in Duitsland tot waddenzee. Niet alle vissen leggen grote afstanden af, daarom is goed gekeken welke vissen ons kunnen helpen bij het in kaart brengen van de migratiemogelijkheden op de Vecht. Er zijn 5 vissoorten die wij met name volgen en die in dit project zijn gezenderd. Dat zijn de kwabaal, zeeforel, houting, paling en de winde. Voor deze vissen is het essentieel dat zij in bepaalde jaargetijden gebruik kunnen maken van verschillende omstandigheden. Zo heeft de kwabaal bijvoorbeeld koelere en diepere wateren nodig om te kunnen overleven bij hoge temperaturen. Andere vissoorten zoals de zeeforel hebben zuurstofrijk water nodig en grind/zandbedden om zich voort te kunnen planten. Ook het klimaat, stroomsnelheid, en andere factoren zijn van invloed op de levenscyclus. Vissen weten precies welke omstandigheden ze wanneer in het jaar nodig hebben. Het is alleen veel moeilijker voor hen geworden om deze omstandigheden ook echt te vinden.”
Stuwen en sluizen blokkeren de route
Op de vraag waarom het nodig is om deze vistrek te monitoren antwoordt hij: “In de Vecht zijn steeds meer stuwen en sluizen gekomen, waardoor het voor vissen ingewikkelder is geworden om de gebieden te vinden die zij nodig hebben.
Ook is door menselijk ingrijpen de rivierdynamiek veranderd waardoor het steeds lastiger wordt voor deze vissoorten om zich voort te planten. Met dit onderzoek hopen we meer informatie over te krijgen over knelpunten en kansrijke gebieden zodat we met aanbevelingen voor de toekomst kunnen komen.
Gelukkig zijn er vanaf de jaren ’90 ook voorzieningen aangebracht rondom deze stuwen, zoals vistrappen. Sinds kort worden ook meestromende nevengeulen rondom stuwcomplexen aangelegd. Ons project is erop gericht om te onderzoeken in hoeverre deze omleidingen gevonden worden door de vissen en op welke plekken er nog voorzieningen nodig zijn.”
Zorgen dat de trekvissen niet uitsterven
“Door de vissen te voorzien van een zendertje, kunnen we zien waar ze zich bevinden, hoe ze hun weg vinden en of ze terugkeren nadat ze in het IJsselmeer of de Noordzee zijn geweest. We hebben nu zo’n 200 vissen gezenderd. Op de oevers staan detectoren die pieptonen opvangen die het zendertje uitzendt.
In de afgelopen 3 jaar zijn er meer dan 3 miljoen detecties geweest, dus dat geeft een goed beeld.
We bevinden ons nu in de analysefase. In de komende periode kunnen we op basis van onze bevindingen aangeven waar we nog maatregelen moeten nemen om te zorgen dat de kwabaal, paling, houting, winde en zeeforel een beter leefgebied krijgen op de Vecht en de zijtakken van de Vecht.
Lees meer over dit project op de website van waterschap Vechtstromen.